Bij CrossOver zetten we ons in voor de arbeidsmarkt van de toekomst. In het bijzonder als het om de technische sector gaat, waar de personeelstekorten de klimaatambities en woningnood niet bepaald ten goede komen.
Als we kijken naar initiële instroom gaan we het niet halen. Daarom is een logisch alternatief zij-instroom: mensen die van (geen) baan naar een baan in de techniek gaan. CrossOver onderzoekt, adviseert en schrijft hier veel over. Maar hoe is het nu om zélf een zij-instromer te zijn?
Aanvragen STAP-budget
In mei 2022 werd ik, Tessa en projectleider bij CrossOver, geattendeerd op een tweedaagse introductiecursus in de techniek. Als iemand die zich dagelijks bezig houdt met de missie om meer mensen de techniek in te krijgen, leek mij dit een uitgelezen kans om eens in de schoenen van de zij-instromer te staan.
De kosten van de cursus (€925) worden volledig gedekt door het STAP-budget dat het UWV in het leven geroepen heeft ten behoeve van arbeidsmarktmobiliteit: de beweging van overschot- naar kraptesectoren zou door het financieren van omscholing de arbeidsmarkt na corona weer overeind helpen en bovendien voorbereiden op de toekomst.
Het aanvragen van het STAP-budget kostte weinig tijd, maar wel enige stress en leeswerk. Er komt per periodieke ronde een beperkt aantal STAP-budgetten vrij, dan is de pot voorlopig leeg.
Dit haastige proces met lange wachttijden doet een beetje denken aan het bemachtigen van tickets voor een populair festival. Ook vergt het enige geletterdheid en digitale skills, wat voor sommige zij-instromers een obstakel kan zijn. Wel werd de aanvraag na enkele dagen via een officiële brief definitief goedgekeurd.
Introductiecursus in diverse technieken
De training is bedoeld voor mensen die aan de slag willen in de techniek, maar nog niet weten wat de mogelijkheden zijn. Tijdens de cursus kun je ervaren of techniek iets voor jou is en neem je een kijkje bij verschillende disciplines binnen de techniek, zoals elektrotechniek en koude- en klimaattechniek, meet- en regeltechniek en hydrauliek en pneumatiek.
Opvallend was dat van een relatief grote hoeveelheid mogelijke cursusdagen wegens het aantal aanmeldingen slechts een klein aantal uiteindelijk doorgang vond. In mijn cursus zaten bijvoorbeeld ook maar vijf van de maximaal twaalf cursisten.
Samen met vier andere deelnemers gingen we van start. Drie van hen hadden al enige technische werkervaring: er was een voormalig meubelmaker, iemand uit de facilitaire dienst bij een grote vervoerder, en landbouwonderzoeker bij een technische universiteit.
De docent was een bevlogen man die zelf veel ervaring in verschillende technieken, bedrijven en functies in de sector had. Het feit dat hij daarmee de koppeling naar het werkveld goed kon maken, is voor potentiële zij-instromers uiteraard van grote toegevoegde waarde.
Ook de nieuwsgierigheid van de medecursisten, en toch die kleine groep, waren bevorderlijk voor het leerrendement.
Theorie en praktijk
Het theoretische ochtendprogramma deed me veel aan de exacte vakken op de middelbare school denken. Maar ik leerde meer: bijvoorbeeld wat een relais is, de wijsheid “kou bestaat niet”, dat de werking van een airco en warmtepomp op dezelfde logica berust, met welke mechanieken een brugdek omhoog komt, en het effect van het dikte van een leiding op de veiligheid.
Ik vond het ontzettend interessant en het was heel anders dan hoe theoretisch ik opgeleid ben. Ook vond ik het uitdagend en hersenkrakend, met een hoge informatiedichtheid en veel ‘om-denken’.
‘s Middags mochten we de werkplaats in, aan het practicum. Terwijl monteurs zich in dezelfde ruimte lieten bijscholen of praktijkexamens aflegde, voerden wij in een bak met laagspanning (dag 1) en luchtdruk (dag 2) diverse opdrachten - met wisselend succes - uit.
Schakel in het proces
Het werken met je handen, zonder laptop, problemen oplossen en dingen laten werken, bevielen mij heel goed. De cursus gaf slechts in twee dagen een goed inzicht in de breedte van het werken in de sector.
Ondanks dat de docent mijn vragen vanuit zijn ervaring goed kon beantwoorden, verwachtte ik dat deze kennis meer in het programma geïntegreerd zou zijn. Ik denk dat mensen die de overstap naar de techniek overwegen, gebaat zijn bij meer informatie over hoe omscholen precies in z’n werk gaat, wat de gevolgen voor je werkomgeving en inkomen zijn, waar en hoe financiering beschikbaar is, kortom: 'het leven na de cursus'.
Maar later bedacht ik me: de cursus was echt een kennismaking met de techniek; er is nog veel meer nodig voor het beter maken van het werk-naar-werk systeem.
Het versoepelen van de werk-naar-werk-schakels is nu precies waar CrossOver zich mee bezig houdt. Wij doen onderzoek in de regio, onder MKB en grote technische bedrijven, en onder relevante initiatieven. Over wat wel en niet werkt in de skillsbenadering, het omscholen, en de overstap naar technische beroepen, publiceren wij whitepapers en houden wij webinars.
Samenwerken of meer weten over wat CrossOver doet? Neem dan contact op met Robbin: robbin@crossovernederland.nl.